Bouwstenen in het voer deel 1:

Het rantsoen van een paard bestaat uit water, organische stoffen en anorganische stoffen (mineralen) Organische stoffen bestaan uit koolhydraten, vetten en eiwitten. Koolhydraten zijn te onderscheiden in water oplosbare koolhydraten en complexe koolhydraten. In deze editie van het klaverblad ga ik jullie uitleggen wat het verschil is tussen deze twee koolhydraten en tevens belangrijke bouwstenen in het rantsoen van het paard.

 

Oplosbare koolhydraten

De meeste oplosbare koolhydraten , zoals suiker en zetmeel, worden afgebroken door de enzymen in de maag en de dunne darm van het paard. Dat levert heel veel energie op. Dit type energie komt voornamelijk uit krachtvoer. Bepaalde types graan zoals haver en gerst zitten bomvol koolhydraten en worden voornamelijk verwerkt in brok en muesli voor sportpaarden. Ook jong voorjaarsgras bevat een hoog aandeel van deze koolhydraten (suikers) Het is belangrijk dat het verteringsproces van deze energierijke producten goed verloopt. Wanneer er te grote hoeveelheden tegelijk worden verteerd, stroomt een deel door naar de dikke darm en ontstaat een disbalans in het verteringssysteem. De gevolgen zie je vaak bij pony’s en paarden die minder intensief getraind worden of al wat ouder zijn. De kans op gaskoliek en hoefbevangenheid wordt door een disbalans in de darm vergroot. Deze oplosbare koolhydraten heeft ieder paard nodig voor spier- en hersenactiviteit. Een rantsoen zonder deze koolhydraten is daarom niet mogelijk, gelukkig krijgt een paard ook bij sobere voeding toch een klein deel oplosbare koolhydraten binnen.

 

Complexe koolhydraten

Naarmate planten zoals gras ouder worden, bevatten ze meer vezels. Deze vezels worden ook wel complexe koolhydraten genoemd en worden door bacteriën afgebroken in de dikke darm. De vluchtige vetzuren die tijdens dit proces vrij komen worden in het bloed opgenomen en gebruikt als energie. Deze energie komt langzaam vrij in de darm waardoor een paard niet snel heet of nerveus wordt van dit type voer. In tegenstelling tot oplosbare koolhydraten, ontstaat er bij vetzuren geen verzuring in de spieren. Hierdoor heeft het paard bij duurprestaties minder snel spierpijn.

Per saldo leveren volwassen grasplanten, dus ook grof stengelig hooi, minder energie dan jong en mals gras. Structuurvoer zoals hooi, luzerne en stro zorgen er ook voor dat het rantsoen vlot door het maag-darmkanaal gaat.  De darmen blijven bij een structuurrijk rantsoen lekker actief en de paarden kauwen veel. Paarden worden van structuurrijk voer niet snel dik of temperamentvol. Geef je paard bij voorkeur een dieet dat minimaal 70% uit ruwvoer bestaat. Niet alleen de energie uit vezels komen langzaam vrij ook vet, olie en oliehoudende zaden geven dit type energie. Je zult zien dat de muesli of brok voor oudere paarden en paarden die een duurprestatie moeten verrichten een hoger aandeel vet bevat en minder snel opneembare suikers (oplosbare koolhydraten) het paard bouwt hierdoor minder snel spanning op en blijft makkelijker gefocust.