Het rantsoen van een paard bestaat uit water, organische stoffen en anorganische stoffen (mineralen) Organische stoffen bestaan uit koolhydraten, vetten en eiwitten. In het vorige nummer van de clubkrant hebben we de koolhydraten besproken. Nu zal ik de overige organische stoffen, vet & eiwit doornemen.

Eiwit

Eiwit wordt in het hele maag-darmkanaal afgebroken tot aminozuren en stikstof. Aminozuren worden echter alleen in de dunne darm opgenomen. De aminozuren die na de dikke darm vrijkomen, kan het paard niet benutten, maar bacteriën benutten het wel. Het is niet nodig om alle aminozuren via het voer te verstrekken. Sommige aminozuren worden door bacteriën in het paard zelf aangemaakt. Dit worden de “niet essentiële aminozuren” genoemd.

Eiwitten zijn de bouwstenen van het lichaam.

Eiwitten worden in het lichaam gebruikt voor de aanmaak van weefsel. Bij paarden die uitgebracht worden in de sport is de aanmaak van spierweefsel essentieel. Tijdens het trainen van je paard worden de spieren belast. Tijdens deze belasting ontstaan kleine scheurtjes in het spierweefsel. Deze kleine scheurtjes worden opgevuld door de aminozuren en vormen zo nieuw weefsel. Bij een onbalans tussen voeding en training kan er dus te veel scheurtjes ontstaan. Bij een tekort aan eiwit in het rantsoen kan het lichaam niet voldoende herstellen. Ook wordt er vaak teveel of intensief getraind. Een paard wat iedere dag intensief getraind wordt ( Een buitenrit of ontspannen longeerwerk niet meegerekend) krijgt niet voldoende tijd om te herstellen. Deze paarden blijven op de bovenlijn en billen soms schraal. Dit betekend niet dat we ieder paard maar veel eiwit moeten gaan voeren, dit geeft zeker niet altijd extra waarde, want een groot deel blijft onbruikbaar voor het paard.

Voor een gezond paard is een overschot aan eiwit in het rantsoen geen probleem. Nieren scheiden de stikstof uit, waardoor het paard vaker gaat plassen en ook meer behoefte heeft om te drinken.

Fabel:

Paarden krijgen geen dikke benen van eiwit, maar soms wel van te veel suikers in het rantsoen. En natuurlijk van te weinig beweging! 22 uur opstal staan is dus niet goed!

Vet:

Een paard is heel efficiënt in het afbreken en opnemen van plantaardige oliën. Dit gebeurt vooral in de maag en de dunne darm. Vetten leveren heel veel energie. Daarom krijgen paarden die lang achter elkaar moeten werken, zoals in de endurance, een vetrijk dieet. Je kan dan kiezen uit het een krachtvoer met een vet percentage tussen de 6 en 12%. Of meng iedere dag een scheut plantaardige olie, lijnzaadbrok of gekookte lijnzaad door het voer. Bovendien helpt een vetrijk en suikerarm dieet verzuring in de spieren voorkomen. Bij het gebruik van vet als energiebron voor de spieren komt geen melkzuur vrij in de spieren. Hierdoor ontstaat dus minder spierpijn dan bij een graanrijk dieet.

Vet is pure energie, maar er is veel tijd voor nodig om vet om te zette in bruikbare energie voor de spieren. Het voordeel hiervan is dat de suikerspiegel in het bloed beter in balans blijft dan bij een suikerrijk rantsoen. Een paard heeft wel een paar weken nodig om te wennen aan een nieuw rantsoen met toegevoegde vetten. Wijzig het dieet dus geleidelijk. Paarden die minimale arbeid verrichten worden sneller dik van een vetrijk rantsoen, niet ieder paard heeft deze energie nodig. Bij te grote hoeveelheden, vanaf 200 ml per dag/paard heeft olie een negatief effect op de bacterieflora in de darmen en kan er diarree ontstaan.

Tip: Voor een recreatie paard is een hoeveelheid olie van 20 ml olie per dag voldoende om de vacht van het paard te laten glanzen.