DINplus certificering

De DIN 51730 normering wordt al jaren toegepast op bijvoorbeeld brandstoffen zoals kolen. Pas in 1996 werd de certificering aangepast en toegepast onder DIN 51731 op briketten en houtpellets. DIN “Deutsches Institut für Normung”  is een onafhankelijk bedrijf dat in opdracht normering en certificering op de markt brengt en is gevestigd in Berlijn. DIN streeft naar standaardisatie van kwaliteit, productiemethodes en de controle daarvan op gecertificeerde bedrijven.

Destijds werden belangrijke eisen op het gebied van het as smeltpunt nog niet opgenomen in het pakket. Ook werden er nog geen eisen gesteld aan bijvoorbeeld het productieproces. Via een monster werden de pellets getest en werd de certificering verlengd. Naast de DIN certificering werd ook de Oostenrijkse Önorm 7135 veel in Duitsland gebruikt. In september 2011 werd de eerste EU brede normering gepresenteerd als ENplus keurmerk. Het zou de DIN certificering moeten vervangen in de toekomst. Helaas hebben de nieuwe normeringen geen duidelijk effect op een betere kwaliteit van de houtpellets bij de particulier. In 2010 wordt de DIN normering omgezet in DINplus en werden de grootste wijzigingen door gevoerd. Vooral de normen rondom het as smeltpunt worden nu beter vastgelegd en omschreven. Vergeleken met de ENplus certificering is het als bedrijf lastiger om de DINplus certificering te behalen. Uiteindelijk zijn de technische normen ongeveer gelijk.

Eisen / normen DINplus houtpellets

Afmetingen:

  • Diameter: < 6mm, >5mm
  • 30mm lengte: 80 %
  • Maximale lengte: < 45 mm

Hardheid en dichtheid:

  • Hardheid: > 97,5 %
  • Stortgewicht: > 650kg/m3
  • Stofgehalte: < 0.5% bij zakgoed en 1 % bij bulk en losgestort

Verbrandingswaarden:

  • Vochtgehalte: < 10 %
  • As gehalte: < 0,7 %
  • Energiewaarde / calorischewaarde: > 4,7 kWh/kg
  • As smeltpunt > 1200 ℃

Het verschil tussen DinPlus en EnPlus is dat de producent moet kunnen aantonen uit welke bosbouw gebieden de herkomst van het verwerkte hout is. Een DINplus houtpellet bevat altijd schoon, onbehandeld hout met een hoog rendement.

Het verschil tussen DINplus en ENplusA1

DINplus hanteert nu ongeveer de zelfde normen voor productie en logistiek als ENplusA1.  Officieel moet bij de ENplus ook de (detail)handelaar gecertificeerd zijn om de kwaliteit in de volledige keten te waarborgen. Bij DINplus is dit niet het geval. Door de handelaren ook te controleren en certificeren wordt ook de opslag gewaarborgd. In theorie zouden pellets tijdens de opslag vocht kunnen aantrekken waardoor de kwaliteit wordt beïnvloed. In de praktijk is dit lastig te controleren en wordt de hele keten op kosten gejaagd wat uiteindelijk wordt doorberekend aan de consument. Daarom zijn ENplusA1 pellets in de praktijk vaak duurder dan de DINplus pellets.

Bij DINPlus wordt verwacht dat er niet meer van 0.5% fijn materiaal in de klein verpakking zit verwerkt. Bij ENplusA1 mag dit 1% zijn.  Bij DINplus geldt een minimale calorische waarde van 4.7, bij ENplusA1 is dit 4.6. Tevens moet producent kunnen aantonen uit welke bosbouw gebieden de herkomst van het verwerkte hout is, dit is bij ENplus niet het geval. DINplus gecertificeerde fabrikanten en importeurs worden gecontroleerd door onafhankelijke bedrijven.

Hoe kies ik nu een goede pellet uit?

Certificering van pellets is een goede manier om de betere pelletfabrikanten en importeurs in kaart te brengen. Grote verschillen tussen ENplusA1 en DINplus zijn er niet. De DINplus normering is maar iets strenger opgesteld. Normen zijn goed maar niet bedoelt om het gezonde verstand te vervangen. Een visuele controle is altijd belangrijk. Kleine variaties in gebruik en in verbrandingstemperatuur zijn niet te vermijden omdat, ondanks de kwaliteitsstandaardisatie en controle, de grondstof een natuurlijke oorsprong heeft.

DINplus producten

Kachelfabrikanten eisen vaak het gebruik van gecertificeerde pellets met labels zoals ENplusA1 of DINplus. Kijk goed in uw voorwaarden zodat uw kachelgarantie gewaarborgd blijft.